O God, ik ben nu zo alleen
hier in mijn lichaam opgesloten.
Daarbuiten ga ik naar de kloten,
daar grijnst de dood. Waar iedereen
blijft zingen, dansen. De malloten!
Zo lokt de duivel ze meteen,
verandert ze in koude steen
met lijf en lief en huisgenoten.
Ben ik hier straks de laatste mens?
Dan zit ik met een stapel lijken
en heb ik maar één laatste wens:
ach, kon ik jou de hand nog reiken
en met je dansen, warm, intens.
Kon ik maar in je ogen kijken!

Onderschrift: “The Careful and the Careless led, To join the living and the dead.“