Dorst

Ons brandend zand is gloeiend wreed.
Daar ergens zou nog water koken
de dijk is daarom doorgestoken:
maar stroomt er iets? Het is te heet.

Zie jij fataaaah morgana’s spoken,
zo’n palmboom met een wuivend kleed?
Ach, schedels hijgen hier bezweet
en woorden krassen schor, gebroken

van schrijnend schurend scherpe dorst.
We lopen niet meer, nee, we hinken.
We vinden slechts een droge korst

waar ooit een machtig schip kon zinken.
Had ik maar nooit een drup vermorst!

Nu kun je vast mijn bloed wel drinken?