Jacht

Een kat gleed ruisloos langs gewas.
Ze tikte heus niet met haar klauwen:
een nagelklik zou haar berouwen.
Bevallig rondde ze een plas.

Ze rekte zich — zoals soms vrouwen
aan tafel reiken naar hun glas —
en dook dan roerloos in het gras,
de rug tot hoepeltje gevouwen.

Een snelle sprong, een krijsballet
dat felle piepjes deed vergruizen
en zie: een weerloos knauwpakket.

Ze kwam het fier naar hier verhuizen
en ging zich likken in mijn bed.

Daar liggen duizend dode muizen.

De Kat van Kazan, Russische lubok (houtsnede prent), omstreeks 1700