Ik mis het glanzen van je ogen
je giechelbeeld dat zie ik niet
en ook geen vochtig veegverdriet
of woelen dat niet op wil drogen.
Ik zie niet eens of jij mij ziet.
Toch blijven we hardnekkig pogen
om blikken die al zijn vervlogen
te vangen in een ringtoonlied.
We hebben lang het oog volprezen
als ware spiegel van de ziel —
maar welke ziel mag dat hier wezen:
het glitterscherm van je mobiel?
Ik kan de binnenkant niet lezen;
het hoesje is niet zo subtiel.
