Ons reuzenrad hangt maar wat rond.
De wind zingt door de raderstaken;
de spanten knerpen, knarsen, kraken.
Een roestbui dwarrelt ongezond
van schilferwerk langs rotte kaken.
Er huilt geen kind, er blaft geen hond:
het toestel wiebelt waar het stond.
Het staat geschiedenis te maken.
Het was bedoeld om uit het heden
omhoog te komen, en vandaar
steeds zonder reden weer beneden.
Toen viel het stil. Het draadje naar
de tijd was plotsklaps afgesneden.
We wachten wel. Tot volgend jaar?
