Een soort madeleine

Het zand vliegt vaag van verre vis
het wapperzilt van lang geleden
van moddertaartkastelen kneden
de lege stuifwindwildernis

waar bootjes nog op wielen reden;
daar draaide moeder met een sis
het dopje van haar flesje fris
ze had al broodjes klaargesneden

de meisjes waren schelpjes peuren.
Je ruikt de zon je ziet die dag
die stuiterbal van opblaaskleuren

die ijskar bij de roffelvlag.
Waarom kan zoiets zo verscheuren?

Je ziet nu wat je toen niet zag.

(image: strandfoto)